Wonen en zorg (2013)

Op het gebied van wonen en zorg staan grote veranderingen op stapel. Verzorgingshuizen sluiten en instellingen krimpen. Steeds meer mensen die een lichte vorm van zorg nodig hebben, moeten zelfstandig gaan wonen. Het gaat daarbij niet alleen om ouderen, maar ook om andere sociaal kwetsbaren, zoals (ex-)psychiatrische patiënten, licht verstandelijk en lichamelijk gehandicapten , (ex-)daklozen en andere mensen uit de maatschappelijke opvang. De gemeenten hebben de taak ervoor te zorgen dat deze mensen krijgen wat zij nodig hebben om inderdaad op een prettige en verantwoorde manier zelfstandig te kunnen wonen. Daarvoor is een geschikte woning in een geschikte woonomgeving nodig, met de noodzakelijke voorzieningen en zorg bij de hand. Alle gemeenten zijn bezig inhoud te geven aan deze taak. Dat vergt een goede samenwerking tussen de werelden van fysiek en sociaal, geen eenvoudige opgave. Ook de gemeente Utrecht worstelt hiermee.

Vraag

De gemeente Utrecht bereidt zich voor op de transities in de zorg via het programma ‘Meedoen naar Vermogen’ (MnV) van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. De gemeente is een eind op weg om te bepalen welke sociale omgeving gecreëerd moet worden voor de diverse groepen mensen die zelfstandig komen te wonen. Het Utrechtse antwoord bestaat uit drie sporen: zoveel mogelijk benutten van de eigen kracht en het eigen netwerk van burgers, basiszorg via buurtteams en waar nodig specialistische zorg. Nog niet goed duidelijk is wat er op huisvestingsgebied moet gebeuren. Aan Linssen en van Asseldonk daarom de vraag om, in relatie tot de plannen voor de sociale omgeving rond sociaal kwetsbaren, de opgave op het gebied van wonen te formuleren.

Aanpak

Natuurlijk duiken we in de cijfers van vraag en aanbod van woonruimte en voeren we gesprekken met zorginstellingen om greep te krijgen op de bijzondere woonvragen van de diverse groepen sociaal kwetsbaren. Zeker zo belangrijk is dat we daarnaast de werelden van fysiek en sociaal bij elkaar brengen. We formeren een projectgroep van mensen van Wonen (dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling) en MnV (dienst Maatschappelijke Ontwikkeling). We maken de projectgroep collectief verantwoordelijk voor de formulering van de opgave 'wonen in het sociale domein'. Een tweede belangrijke keuze is dat we de buitenwereld betrekken bij de (gemeentelijke) zoektocht. We organiseren twee grote belanghoudersbijeenkomsten met corporaties, beleggers, zorginstellingen, welzijnsinstellingen, bewoners- en cliëntenorganisaties en gemeentevertegenwoordigers uit het sociale en fysieke domein. Met alle partijen samen ontwikkelen we een visie op wat er moet gebeuren om tot het geschikte aanbod van woonruimte te komen. De belanghouders worden betrokken bij de voorbereiding van de bijeenkomsten. Op de laatste bijeenkomst komen de resultaten van de themagroepen bij elkaar. Samen met de belanghouders stellen we de opgave in grote lijnen vast en formuleren we een strategische agenda.

Resultaat

Het traject leidt tot een aantal producten voor zowel de gemeente Utrecht als de belanghouders:

  • een rapport met de opgave ‘wonen in het sociale domein’;
  • overzichten per wijk van alle woonzorggebouwen met het toekomstbeeld van de eigenaren;
  • aandachtpunten wonen in het uitvoeringsplan van MnV, en
  • een strategische agenda met vijf doelen: voldoende aanbod van geschikte woonruimte, evenwichtige spreiding daarvan over de wijken, welkome wijken met de juiste voorzieningen, goede woonruimteverdelingsregels en transformatie van leegkomend vastgoed.

 

De projectgroep van Wonen en MnV gaat met deze producten verder. Alleen al deze samenwerking is een belangrijk resultaat van het project. Misschien nog belangrijker: ook buiten de gemeentelijke organisatie zijn de werelden van fysiek en sociaal bij elkaar gekomen. Partijen gaan de opgave 'wonen in het sociale domein' samen aanpakken. Van de gemeente wordt daarbij een stimulerende en faciliterende rol verwacht.