De afdeling Wonen van de gemeente Almere vroeg Linssen en van Asseldonk om een verkennend onderzoek te doen naar de (on)mogelijkheden van een tijdelijke woonvoorziening (‘corporatiehotel’) in leegstaand gemeentelijk vastgoed. Mechtild onderzocht voorbeelden elders in het land, inventariseerde met gemeentemensen de mogelijke vraag en formuleerde een globaal Programma van Eisen.
Doelgroepen
Aanleiding voor het onderzoek was een door PvdA, CDA en D66 aangenomen motie in de gemeenteraad. Deze partijen zagen daarbij gescheiden mensen en jongeren die uitstromen vanuit de jeugdzorg als doelgroep. Uit de verkenning van zeven voorbeelden in Nederland concludeerde Mechtild dat ook andere doelgroepen in aanmerking komen, zoals arbeidsmigranten.
Kleinschalig én zelfstandig
Belangrijk is wel dat in een corporatiehotel vooral mensen wonen die geen (of maar weinig) begeleiding nodig hebben. De voorziening moet kleinschalig zijn, met bijvoorbeeld zo’n twintig kleine zelfstandige wooneenheden en een huur waarbij bewoners nog huurtoeslag kunnen krijgen. Vooral leegstaande scholen in Almere zouden geschikt kunnen zijn.
Voldoende vraag
De verkenning laat zien dat er in Almere in beginsel voldoende vraag is naar een tijdelijke woonvoorziening, ook omdat de gemeente maar weinig goedkope en kleine huurwoningen heeft. De doelgroep, die haast uitsluitend bestaat uit eenpersoonshuishoudens, heeft daardoor weinig alternatieven. In totaal zou de vraag uit zo’n 340 mensen per jaar bestaan.
In een woonbuurt
Mechtild formuleerde een globaal Programma van Eisen voor tot corporatiehotel te transformeren gebouwen. Belangrijk is bijvoorbeeld dat ze in een woonbuurt liggen en dat er voldoende ruimte is voor auto- en fietsparkeren. Ook peilde Mechtild wie een tijdelijke woonvoorziening zou willen exploiteren. Zowel de drie corporaties als een commerciële partij toonden belangstelling.