De kinderen over Mechtild en Gabriëlle

Wie kent Mechtild en Gabriëlle beter dan hun eigen kinderen? Bevriend journalist John Cüsters legde LenvA op de snijtafel van Andree van Asseldonk (29) en Mechtild’s kinderen Eva (30), Anne (28) en Marijn Duvekot (23). Samen ‘bomen’ over hoe het is om een LenvA-kind te zijn.

20 jaar LenvA. Wat hebben jullie daarvan gemerkt?

Anne: ‘Mechtild is altijd een behoorlijke workaholic geweest. Ik herinner me vooral het typen aan de keukentafel. En het ‘nog eventjes een mailtje sturen boven’, om vervolgens vier uur later terug te komen. Mama was nooit chagrijnig en klaagde nooit over opdrachten. Ook het honderd kilometer per dag treinen en onderweg zijn met de vouwfiets doet haar niets. We gingen een enkele keer mee naar projecten en dan viel ik van de ene in de andere verbazing. Zo had ze ooit een evenement georganiseerd in Eindhoven. Met allemaal buurtbewoners die flink rookten, dronken en zich volaten. En klagen dat ze deden! Mijn moeder vond het geen enkel probleem.’

Eva: ‘Ik was daar niet bij en dat vind ik achteraf wel jammer. Ik heb mijn moeder vooral meegemaakt als ze thuis ploeterend stukken zat te schrijven, terwijl ik het werk daarachter eigenlijk nooit zag. Ik weet nog wel hoe mijn broertje en zusje onder de indruk waren van de manier waarop ze zich aan al die mensen op dat evenement wist aan te passen. Dat is denk ik ook het sterke punt aan haar en Gabriëlle. Ze veroordelen niemand, luisteren naar iedereen en zijn in staat de goede toon aan te slaan bij zowel buurtbewoners als directeuren. Op die manier kunnen ze als bemiddelaars veel voor elkaar krijgen.’

Marijn: ‘Mij staat nog vooral bij hoe ze zich het lazarus typte. Van nieuwe toetsenborden was de afbeelding van de klinkers al na een week vervaagd. Ze heeft er heel wat versleten. Hard en veel werken dus, maar altijd met plezier. En onze vrije woensdagmiddagen waren behoorlijk heilig, ook al slipte er altijd wel een telefoontje doorheen.’

Andree: ‘Werk speelt ook in het leven van Gabriëlle een grote rol. Ze werkt heel hard en was vroeger veel weg. Als kind vond ik dat wel eens jammer. Ik kan me nog herinneren dat een opdrachtgever een keer cadeautjes had meegegeven voor mij omdat hij van Gabriëlle zo veel tijd in beslag nam. Daar zat in elk geval een doosje kleurpotloden bij. Hoe ouder ik werd, hoe meer respect ik overigens kreeg voor haar werk. Het is heel knap dat ze met zo veel plezier zo hard kan blijven werken. Ze blijft altijd gemotiveerd en is nooit chagrijnig over opdrachten.’


Kon je vroeger aan klasgenoten uitleggen wat je moeder voor werk deed?

Andree: ‘Moeilijk. Dan zei ik maar ‘adviseur in de volkshuisvesting’, want dat stond op haar kaartje. En dat mijn moeder een eigen bedrijf had, dat vond ik wel stoer. Later ben ik beter gaan begrijpen dat het vaak gaat om het aanpakken van probleemwijken en verbeteren van de leefomstandigheden van mensen. Eigenlijk willen Gabriëlle en Mechtild mensen gewoon helpen, door ze op heel veel verschillende manieren met elkaar te verbinden. Bewoners met opdrachtgevers, bewoners met elkaar en, nu voor het jubileum, kunstzinnige asielzoekers met de Nederlanders.’

Marijn: ‘In dat opzicht kun je ze bijna beschouwen als een soort maatschappelijk werkers. Ze zijn begripvol, geduldig en oordelen niet. Ze brengen mensen bij elkaar en zorgen dat er goede compromissen worden gesloten. Daarbij vind ik het altijd lijken alsof Mechtild echt hart met een ‘t’ heeft voor al die mensen. Als gevolg hiervan denk ik wel dat ze af en toe ook wat hard met een ‘d’ kan gebruiken. Wat zakelijker zijn, dat lijkt Gabriëlle nu voor haar op te lossen.’

Anne: ‘Ik noemde haar vroeger altijd ‘advocaat in de volkshuisvesting’. Ik had namelijk echt geen idee. Dat is nog steeds wel een beetje zo. Al dat ‘stukken lezen’ en ‘rapporten schrijven’. Als mensen vragen wat mijn moeder doet, zeg ik altijd 'die heeft haar eigen beroep verzonnen'.’

Eva: ‘Dat zeg ik dus ook. Ik heb wel eens gevraagd aan mama waarop zij en Gabriëlle de projecten selecteren. Ik kreeg als antwoord dat het vooral de omstandigheden zijn waarin opdrachten zich afspelen, niet zo zeer de inhoud. Zijn er mensen die daadwerkelijk geholpen zijn met wat LenvA te bieden heeft? Zo kun je dus het ene moment aan warmtenetten werken en het volgende moment aan sloopplannen. Een typische LenvA-opdracht is denk ik in drie zaken samen te vatten: het moet maatschappelijk iets te betekenen hebben, het is sociaal van aard en er wordt opgekomen voor zwakkeren in de samenleving. Maar ik heb nu wel veel woorden nodig. Als marketeer zeg ik dan: waar sta je eigenlijk, leg eens in twee zinnen uit wat je doet.’

 

Is je eigen beroepskeuze beïnvloed door het werk van je moeder?

Marijn: ‘Nee, al studeer ik wel aan dezelfde universiteit als Mechtild. Maar ik doe civiele techniek. Ik ben veel meer een bèta en wat commerciëler georiënteerd. Wat ik wel van haar heb overgenomen is dat je je werk met plezier moet doen. Als je dat voor elkaar krijgt, is dat toch wel te gek.’

Eva: ‘Ik doe marketing bij een groot Nederlands handelsbedrijf, commercieel werk dus en heel anders dan wat LenvA doet. Net als mijn moeder vind ik het als vrouw echter heel belangrijk mijn eigen werk te doen, mijn eigen geld te verdienen en iets te doen waar ik veel lol en energie uithaal. Ik bewonder heel erg dat mijn moeder iets heeft gevonden waar ze zo hard voor kan gaan. Die ambitie heb ik ook.’

Anne: ‘Ook bij mij is niet mijn beroepskeuze (ik ben arts), maar wel mijn werkmentaliteit door mijn moeder beïnvloed. Ik zal me nooit ziek melden, ben nooit te misselijk om laat/lang/veel te werken en heb een hekel aan mensen die zich ergens makkelijk van af maken. Mama heeft ons denk ik wel tot feministische werkpaarden gemaakt, die er trots op zijn dat ze meer verdienen dan hun partners, haha.’

Andree: ‘Mijn beroepskeuze is wel beïnvloed door het feit dat zowel Gabriëlle als mijn vader van oorsprong bouwkundige is. Ik studeer nu af aan de TU Delft, wel aan de ontwerprichting. In mijn opdrachten denk ik echter altijd vanuit de mens en de bewoner. Dat heb ik echt geleerd van Gabriëlle. Daarnaast heb ik ook lang het werkritme van mijn moeder gevolgd. Zij kan nachten na elkaar vier uur slapen en zonder noemenswaardige stress doorwerken. En als ze dan een avond vrij heeft, kan ze het werk compleet loslaten. Inmiddels ben ik er achter dat ik het iets rustiger aan moet doen. Overigens wilde ik aanvankelijk een heel andere richting in dan bouwkunde. Ik was bang door mijn ouders geïndoctrineerd te zijn.’


20 jaar samen een bedrijf. Doorgaan of hoog tijd om eens wat anders te gaan doen?

Andree: ‘Ik zeg: doorgaan. De bouw en volkshuisvesting zijn een dynamische wereld, dus het werk zal afwisselend blijven. Bovendien vind ik dat Mechtild en Gabriëlle elkaar goed aanvullen. Zo is de een wat sterker in de details en de ander in de grote lijnen. En terwijl de een wat meer oplossingsgericht is, is de ander meer analyserend.’

Marijn: ‘Die 20 jaar moeten worden gevierd. Het is een knappe mijlpaal om zo lang samen een bedrijf te voeren. Verder zeg ook ik: doorgaan. We hebben wel eens meegemaakt dat LenvA tijdelijk wat minder opdrachten had. Je kunt Mechtild Linssen niet ongelukkiger maken dan met minder werk. Ik zie ze daarom zeker nog wel tien jaar doorknallen.’

Anne: ‘Ik denk dat die twee ook nog veel van elkaar te leren hebben, niet alleen op werkgebied maar ook privé. Dat laatste mag bij mama soms wel wat meer de boventoon gaan voeren, zeker nu ze een jaartje ouder wordt. Net iets meer waarde hechten aan het privéleven en genieten van haar kleinzonen. Dat heeft ze wel verdiend!’

Eva: ‘Wat mij betreft is dit een goed moment van bezinning. Doen we nog steeds wat we ooit beoogden te doen? Halen we er nog steeds zo veel plezier uit? Ik merk dat mama zichzelf met dat keiharde werken wel eens in de weg zit.’


Hebben jullie nog een boodschap voor de komende jaren?

Anne: ‘Neem meer tijd voor jezelf, de kleinzonen en papa. En geniet daar allemaal van zonder schuldgevoel. Daar is ze overigens al goed mee bezig.’

Marijn: ‘Klopt. Want zo hard werken is eigenlijk onmogelijk, met hoeveel plezier je het ook doet.’

Eva: ‘Inderdaad. Zo zacht en lief mama voor anderen kan zijn, zo hard is ze voor zichzelf. Ik hoop dat ze ook kan genieten van het succes dat ze met LenvA heeft bereikt en de dingen waar ze goed in is.’

Andree: ‘Gabriëlle heeft de laatste jaren vaak als interim-hoofd Wonen gewerkt bij gemeenten. Misschien is het goed voor haar om eens wat andere klussen te doen, op meerdere plekken. Daar staat tegenover dat ze wel heel goed is in dat werk. Het belangrijkste is toch dat ze alle twee plezier houden in hun werk. Dan kunnen ze nog wel effe door.’